Deze rubriek bevat verhalen, columns en gedichten. En ook : herinneringen, overwegingen, korte anekdotes en verwijzingen naar boeken.
Fictie en werkelijkheid en beide tegelijkertijd.
Kortom: ‘stukkies’, ter leringhe ende vermaeck, over het leren door leerlingen, leraren, leidinggevenden, professionals en amateurs. Door iedereen eigenlijk.
De illustraties zijn van Sam van Gelder.
27. Dromen over onderwijs in corona tijd
Nadat de lock-down afgekondigd was hadden alle leerlingen een maand vakantie gekregen.
Het was nu aan de leraren, directeuren en bestuurders die tijd te gebruiken om na te denken hoe het onderwijs er nu uit zou kunnen zien met in achtneming van de anderhalve meter afstandsregel voor de oudere leerlingen. Wat moest georganiseerd worden om ervoor te zorgen dat het fysieke onderwijs zo veel mogelijk door zou gaan ?
Alles was geoorloofd; alle beperkende regels, procedures, routines moesten worden losgelaten als deze de voortgang van het onderwijs en de doorgaande ontwikkeling van de leerlingen in deze omstandigheden in de weg stonden. Ook werd er niet meer gekeken naar referentieniveaus, toetsen, eindtermen en doelen. Gemeenten kregen de opdracht mee te denken en met creatieve voorstellen te komen.
Er werd geld beschikbaar gesteld door de overheid en de minister van onderwijs gaf aan dat er geen sprake zou zijn van zittenblijven; de leerlingen hoefden zich geen zorgen te maken over achterstanden, het zou allemaal goed komen en ze zouden alle begeleiding krijgen, die nodig was.
In veel landen werden de scholen voor lange tijd gesloten, maar hier niet.
Na deze vakantiemaand voor de leerlingen barstte er een ongekende creativiteit los in onderwijsland. Bedrijven, allerlei organisaties, sportverenigingen, mensen uit de culturele sector en vele anderen boden hun diensten aan en dachten mee.
Overal in alle ruimtes werd les gegeven: in schuren, in kerken, theaters, kassen, dierentuinen, musea, fabriekshallen, restaurants. Door professionals uit de tentenbouw werden grote tenten opgetrokken. Veel mensen hielpen. Mbo-ers konden in de vorm van een stage zinvol werk doen in het basisonderwijs en het algemeen voortgezet onderwijs. Studenten uit het hoger onderwijs onderwezen op het terrein van hun eigen studie kleine groepjes leerlingen. Koks leerden de leerlingen koken in hun restaurants. Beeldend kunstenaars maakten in fabriekshallen kunstwerken met de leerlingen.
De evenementen organisaties regelden roosters, zorgden voor het vervoer van leerlingen naar lesplaatsen buiten de school, planden activiteiten voor leerlingen in.
Musici en acteurs werkten samen met leerlingen aan voorstellingen in de buitenlucht. Natuurlijk gingen de gymlessen buiten gewoon door en er waren veel activiteiten in de natuur onder begeleiding van scouting, boswachters en veldbiologen.
De leraar was de spil van al deze activiteiten, hij hield de vinger aan de pols wat de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen betrof. Hij consulteerde regelmatig de leerlingen over de nieuwe gang van zaken en nam hun voorstellen mee in zijn werk. En natuurlijk werd er ook in beperkte mate digitaal afstandsonderwijs gegeven, waar dat een zinvolle aanvulling was op het fysieke onderwijs. Hiervoor waren speciale ICT-teams samengesteld die bijv. zorgden voor levering en aansluiting van laptops bij de leerlingen thuis en hielpen bij plotselinge wifi-problemen. Uiteraard konden ook de leraren een beroep doen op deze specialisten.
Op deze wijze werd anderhalf jaar gewerkt en werd het onderwijs flink verbeterd.
26. Wij missen jullie !
Na de vergadering over het afstandsonderwijs was ze naar haar lokaal terug gegaan. Er waren veel zorgen; over hoe je je leerlingen nu in de coronatijd het beste moest lesgeven; online werken waren ze niet gewend en er moest van alles uitgezocht worden.
Maar wat het meeste speelde was het gevoel van leegte, die lege lokalen en gangen, en vooral: zij en al haar collega’s misten de leerlingen.
Haar collega’s hadden behoefte dit duidelijk kenbaar te maken en het plan opgevat dit op de ramen van de lokalen door teksten met de wereld te delen: “Wij missen jullie!”
Maar iets voelde niet goed; ja, zij miste haar leerlingen ook. Maar terwijl haar collega’s aan het knippen en plakken waren, trok zij zich in haar lokaal terug en opende haar digitale klassenmap, waarin ze bijhield hoe haar leerlingen er voor stonden, niet alleen wat de cognitieve prestaties betreft, maar vooral emotioneel en sociaal; hoe het thuis was, was het wel veilig, kregen ze daar voldoende steun ?
Als ze maar niet nog meer achterstand zouden oplopen. Wat hadden ze op dit moment juist van haar nodig ?
En dat was het: zij miste óók haar leerlingen, maar die leerlingen waren er niet voor haar. Ze maakte zich zorgen en ze vroeg zich af wat ze voor haar leerlingen in deze onzekere, rare tijd kon betekenen
Weken later kopten de landelijke dagbladen, dat veel leerlingen uit het zicht waren.
Duizenden kwetsbare leerlingen waren “verdwenen’’, onder de radar, geen contact meer mee te krijgen.
“Wij missen jullie” kreeg nu wel een hele wrange betekenis !
25. Oom Kees
In onze familie kenden wij de uitdrukking: “Dat is een echte oom Karel-grap !”
Een ouderwetse grap, die niet echt meer kon. Een verjaardag, de ooms en tantes in een kring, en dan had je oom Karel, die een seksistische grap maakte. Tot dat moment was het gezellig geweest, maar na die grap viel er een ongemakkelijke stilte. Waarna de gastvrouw de situatie probeerde te redden en vroeg wie er nog koffie wilde.
De oom keek dan ongemakkelijk de kring rond, had geen idee wat hij verkeerd had gedaan en vervolgens was er dan een tante Miesje die dít weer zielig vond en aan oom Karel vroeg hoe het met zijn jicht ging.
Veel families kenden een oom Karel.
Ik moest daar aan denken toen ik in De Gelderlander van een tijdje geleden het interview van Hanneke Keultjes las met Kees van der Staaij, de voorman van de SGP in het kader van de Tweede Kamerverkiezingen. Een deel van het interview ging over het standpunt van zijn partij m.b.t. abortus. Dat standpunt kennen we, maar
de interviewster vroeg hier nog even op door. Zij stelde (citaat) “In het publieke debat spreken vooral mannen zich uit tegen abortus. D’66 leider Sigrid Kaag sprak u daarop aan toen u een opiniestuk over abortus had geschreven” . De reactie van Van der Staaij was: “Het is zeker een onderwerp, dat de intimiteit van vrouwen heel bijzonder raakt. Het is goed dat niet alleen mannen daarover het woord voeren”.
Dit was wel een zeer opmerkelijke reactie. Hier werd alles op zijn kop gezet !
Van der Staaij is jurist en staat erom bekend dat hij heel zorgvuldig formuleert. Dit moest een grap van hem zijn. Als ik bij dat gesprek was geweest, dan had ik vast wel zijn glimmende oogjes gezien bij deze woorden. Een grap, maar dan wel een hele slechte. Een oom Karel-grap.
Ik droomde verder boven de krant. Ik zag voor me dat Van der Staaij aan het einde van zijn leven bij de Poort aan kwam. Het duurde even, maar hij mocht toch naar binnen. In de gang voelde hij bij iedere stap dat hij steeds kleiner werd. Hij werd bang. Hij kwam een verblindend witte zaal binnen en zag nog meer kleine kinderen. Ze zaten rond de troon. Sommigen herkende hij van vroeger als volwassenen. Een aantal had een luier om en een enkeling zoog op zijn duimpje.
“Kom maar bij ons zitten”, zei God tegen Keesje. “Dan gaan we eerst een liedje zingen.” Keesje slikte zijn tranen weg. Hij hield heel erg van zingen; hij dacht aan “Mannenbroeders…! Ziet het teken” uit de zangbundel van Johannes de Heer en wilde al inzetten, maar iets in hem zei dat dit hier ongepast was. Het voelde niet goed.
Ze zongen een liedje dat hij niet kende; hij merkte dat God naar hem keek. “Het komt goed, Keesje” zei God.
Zij streelde over zijn bolletje. “Ooit komt het goed; je krijgt een nieuwe kans. Maar voorlopig moet je dicht bij Mij blijven; daarom krijg je hele korte vleugeltjes; je mag niet te ver weg vliegen, want ik moet jou nog veel leren. En onthoud: waar het ten diepste om gaat in het leven is liefde, wijsheid, compassie en vooral: gelijke rechten ! Niet vergeten !”