Zuchtend had hij op zijn laptop de uitnodiging voor de tweedaagse met directie en teamleiders gelezen. Hij maalde niet om de organisatie; had zijn handen al vol aan zijn eigen team.
Waarom je dan nog bezighouden met boven-schoolse reorganisaties of scholingsvraagstukken ?
Cursussen had hij al genoeg gedaan; het meeste was hetzelfde; oude wijn in nieuwe zakken en met al die informatie veranderde zijn team heus niet. Dat was nog eens een groep lastpakken bij elkaar. Dan zijn carnavalsvereniging ! Een prima club, en daar werd hij tenminste nog gewaardeerd.
Uit de keuken hoorde hij zijn vrouw roepen of hij koffie wilde; natuurlijk wilde hij koffie, dat wilde hij op dit tijdstip al 30 jaar; waarom zou dat dan nu anders zijn ? Hij gaf geen antwoord en dacht terug aan het gesprek van vanmiddag met Bert of Bart, of hoe heette die cursustrainer ook al weer.
Ja, die had hij mooi kunnen overtuigen van zijn grieven. Watjes, die trainers, die vrouw die erbij was helemaal; geen grammetje vet aan het lijf. Ja, dan Truus van het café ‘t Zuupke, daar had je je beide handen aan vol.
En die trainster kende haar plaats niet eens, moest zo nodig die Bert of Bart steeds weer aanvullen.
Zijn vrouw zette de koffie voor hem neer. Waarom slofte ze zo en waarom was ze altijd zo slecht gekleed ? Nee, híj zorgde er wel voor dat hij goed voor de dag kwam. Goed jasje, dito broek. Dat was hij wel aan zijn status verplicht als directeur van een grote school. En tot nu toe was zijn strategie ook succesvol gebleken: beetje buiten schot blijven, wat verbondjes aangaan, beetje de boel jennen op het juiste moment om de aandacht af te leiden, meebewegen met de coach, die hij had en vooral niet teveel zeggen. Wat je zei, dat kon altijd tegen je gebruikt worden of je zat er aan vast. En dan waren de rapen gaar ! Het was toch al allemaal behoorlijk complex.
Nu ook weer met dat opbrengstverantwoordelijk of resultaatgericht werken of hoe dat ook maar heette. Hij moest zorgen dat het niet al te SMART werd, ook al weer zo’n term- want dan hing hij. Hoe kon hij uit die afrekencultuur komen ? Vroeger toen hij hoofdonderwijzer was, was het allemaal anders. Je wist wat je moest doen en met wie en je kon je eigen gang gaan. De inspecteur kwam een keer langs en dat was dat. En: je kreeg respect ! Moest je nu om komen. Zijn stoel trilde nog na van de potenzagerij.
En dan morgen die teambijeenkomst; het was toch niet alleen zijn schuld dat het de vorige keer volledig uit de hand was gelopen ? Nou, als ze een excuus wilden horen, dan konden ze dat krijgen.
Nog ruim 10 jaar te gaan, hoe overleefde hij dat ? ‘Of hij scholings-of loopbaanwensen had’, had zijn leidinggevende gevraagd. Geen idee; zijn loopbaan was nooit gepland, nooit bewust gewenst, nooit over nagedacht, het was gelopen zoals het gelopen was. Hij zat nou op deze stoel en wist allang hoe de hazen liepen. Maar dat kon hij natuurlijk niet zeggen. Volgende week zou hij een ‘verantwoord voorstel’ formuleren. Iets met ‘ontplooiing’ en ‘in dienst van de lerende organisatie’ erin , zoiets; dat klonk altijd goed. Als het maar vaag was. Kon hij weer een poosje mee vooruit.
Hij stond op. ‘Ga je nog weg ?’, vroeg zijn vrouw zuchtend. Domme vraag; vergadering van de carnavalsvereniging, dat wist ze toch ?
Hij schopte zijn pantoffels in een hoek en pakte zijn jas van de kapstok. Op naar de kroeg; hopelijk was Truus er.