Leidinggeven aan Leren

13. Prietpraat

Onze kleinkinderen leveren ons met hun uitspraken regelmatig stof tot nadenken.

In de loop van de tijd hebben we een rood notitieboekje aangeschaft om uitspraken van hen vast te leggen. Om nog eens te herlezen, om met andere opa’s en oma’s te kunnen delen of natuurlijk met de ouders en wellicht ook voor later, voor henzelf, wanneer ze de onbevangen prietpraat ruimschoots ontstegen zijn.

Hun uitspraken verwijzen de ene keer naar een nauwkeurige observatie, een andere keer naar het zoeken naar plausibele verklaringen, of naar een duidelijk statement waar niet aan te tornen valt.

Een kleine selectie uit ons ‘rode boekje’:

 

Doodgaan

De opa van een klasgenootje van onze kleinzoon  (5 jaar) is overleden.

Aan tafel vraagt hij boos en verontwaardigd: “Waarom gaan mensen dood en wie heeft dat bedacht ?!”

 

Nadenken

S. zegt: “Oma, ik kan zien wanneer pappa en mamma nadenken”. “Hoe zie jij dat dan ? “ vraag ik.

“Dan kijken ze naar een plaats waar niets is”.

 

De essentie

Als de kleinkinderen bij ons logeren willen ze weer gemeten worden. Dit is vaste prik en de deurpost geeft hun groeisprinten aan.

We noteren de lengte van S. die ruim een jaar jonger is dan zijn broertje, maar inmiddels een paar millimeter groter.

S. relativeert dit  zelf onmiddellijk: “Het is niet belangrijk dat je gróter bent. Het is belangrijk dat je bestáát !”

 

Probleem

De drie kleinkinderen zitten bij ons achter in de auto.

We horen P. zeggen: “Ik denk niet dat ik naar de hemel ga”.

We draaien de autoradio wat zachter.

J. reageert: ”Ik wel, ik geloof wel in de hemel, alleen ik weet niet hoe je er ín komt !”

“Ja, dat weet ik ook niet”, zegt zijn broertje van 6 jaar.  “Daar denk ik al mijn héle leven over na !”