“Ik zoek in mijn school voortdurend het debat op; ik maak provocerende opmerkingen, zodat ik reactie krijg. Zo word ik uitgedaagd om mijn eigen opvattingen en overtuigingen tegen het licht te houden. Als leidinggevende moet je je eigen ‘tegen-ander’ organiseren om scherp te blijven”.
De leidinggevende die hier aan het woord was, ontmoette ik een tijd geleden op een congres. Op zijn school waar ik regelmatig kom, vinden inderdaad stevige debatten plaats.
Ik dacht na, proefde het woord “tegen-ander” en merkte dat dit meerdere smaken had: prikkelend en uitnodigend, maar ook strijd en tegenwerking.
De tegen-ander: iemand, die de ander een spiegel voorhoudt. In vroeger tijden had je aan het hof iemand, die speciaal aangesteld was om suggesties te doen, opmerkingen te plaatsen, gedrag te laten zien waarmee situaties aan de kaak werden gesteld: de hofnar. De hofnar zette de wereld op zijn kop. Zodat vanuit een ander perspectief naar vraagstukken kon worden gekeken. Zodat oplossingen, die niet voor de hand lagen binnen handbereik kwamen. Zodat transformatie kon plaatsvinden.
Niemand anders kon dit straffeloos doen. De speciale positie van de hofnar maakte het mogelijk dat zaken duidelijk werden, dat díe vragen gesteld werden, die gesteld móesten worden.
Heeft u al een hofnar ?